Je kan uitzoeken op welke manier je een kind het best kan troosten. Door uit te zoeken waarbij jij en het kind je het beste bij voelt.
- Je kan een baby dragen, dicht tegen je aan of in een draagdoek.
- Je kan een baby wiegen of strelen of hem op zijn buikje op je schoot leggen en zacht over zijn rug wrijven.
- Je kan een baby een beetje over je schouder leggen en zijn hoofdje goed tegen je hals aan leggen.
- Je kan een baby knuffelen om hem te troosten. Een jonge baby kan je niet verwennen: je kan hem dus nooit te veel knuffelen.
- Je kan zingen voor een baby.
En zo zijn er nog veel mogelijke manieren om te troosten. Belangrijk is dat je een bepaalde manier van troosten een tijdje volhoudt. Als je te snel afwisselt, bestaat de kans dat het kind nog onrustiger wordt.
Als je baby huilt van de honger, maar het nog geen etenstijd is, is het belangrijk hem toch eten te geven. Of je nu kiest voor flesvoeding of voor borstvoeding, geef je baby te eten wanneer hij erom vraagt.
De momenten waarop je een kind troost mogen echter niet de enige momenten zijn waarop je lichamelijk contact hebt met je kind. Anders legt het een link tussen wiegen, strelen, zingen en ongemak of vermoeidheid. Wiegen, zingen, enz. geeft rust als een baby huilt, maar je kan hem ook lekker verwennen als hij kalm is. Dit geeft hem een goed en veilig gevoel.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten